Ontslag op staande voet

Gepubliceerd op 30 september 2019 om 10:00

Ontslag op staande voet

over de minderjarige bijrijder die werd beschuldigd van diefstal tijdens werktijd

 

Auteur: mr. Rascha Reijnen

 

Regelmatig sta ik cliënten bij in een arbeidsgeschil. Dit kan gaan om het beëindigen van een arbeidsovereenkomst, een conflict op de werkvloer, ziekte en soms ook ontslag op staande voet.

 

Zowel aan de kant van de werknemer als aan de kant van de werkgever zien wij, dat het niet altijd eenvoudig is om vast te stellen of een ontslag op staande voet terecht is geweest.

 

De werkgever moet erg zeker zijn van zijn zaak en dan nog allerlei regels volgen. Zo moet het gaan om een dringende reden voor ontslag en moet het ontslag onverwijld zijn gegeven en vervolgens schriftelijk worden bevestigd.

 

De werknemer aan de andere kant, moet wanneer hij het niet eens is met het gegeven ontslag op staande voet, dit kenbaar maken aan de werkgever en zich bovendien beschikbaar stellen voor het verrichten van werkzaamheden.

 

In een zaak die door mijzelf is behandeld, stond ik de werknemer bij. De werknemer was op staande voet ontslagen en was het daar niet mee eens. Hij vordert daarom een vernietiging van het ontslag en loondoorbetaling.

 

Hieronder vindt u de link naar de gepubliceerde uitspraak:

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBLIM:2018:3924

 

Wat was de casus?

 

De werknemer, een jongeman, was werkzaam bij een transportbedrijf. Hij reed als bijrijder mee op een vrachtwagen. De jongeman was toen nog minderjarig.

 

Tijdens een van de ritten terug vanuit het buitenland, is de jongeman samen met collega’s gestopt bij een tankstation voor een korte pauze. De minderjarige heeft toen een van zijn collega’s gevraagd om bier voor hem te kopen en gaf hem geld mee. Terug in de bus meldde zich een woedende medewerker van het tankstation, dat er niet was betaald voor het bier van de minderjarige.

 

Bij terugkomst op het bedrijf, is de jongeman op staande voet ontslagen. Tot zijn grote verbazing natuurlijk want hij wist niet wat hij misdaan had. Achteraf werd min of meer duidelijk, dat hij door zijn baas ontslagen was op staande voet omdat hij blikjes bier zou hebben gestolen bij het tankstation, tijdens werktijd.

 

Zoals je ziet, zijn er nu al twee verschillende versies van het verhaal. Enerzijds de client, die zegt zijn collega geld te hebben gegeven om bier voor hem te kopen, was immers minderjarig en kon geen bier kopen. De werkgever, die niet aanwezig was bij “de diefstal”, gelooft dit niet en zegt ja je was minderjarig en daarom heb je het bier gestolen.

 

Client laat het er niet bij zitten en start zoals gezegd een procedure. De rechter is het met client eens, dat niet is komen vast te staan dat hij de blikjes heeft gestolen. De werkgever had nader onderzoek moeten doen en niet zomaar kunnen uitgaan van hetgeen hem ter ore kwam.

 

Omdat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd inmiddels is afgelopen is, is herstel van de arbeidsovereenkomst niet meer aan de orde. De werkgever is echter wel gehouden het loon van de tussengelegen periode te betalen. De proceskosten, die komen eveneens voor rekening van de werkgever.

 

Zoals u leest is de situatie nooit zwart wit en heeft dit in het bovenstaande geval in het voordeel van client uitgepakt.

 

Heeft u advies nodig of dreigt er een ontslag?

 

Meld u aan voor het gratis spreekuur of  bel voor het maken van een afspraak.